Zelhem Akkermanstraat 1 Boerderij Het Weetink

Akkermanstraat 1, Zelhem
Show on the map
14 Septembre 2025
Aperçu

Onderstaande tekst is grotendeels overgenomen uit het bouw- en cultuurhistorisch onderzoek van Boudewijn Wijnacker van Novio analyses, aangevuld met wat informatie van de bewoners. De eerste vermelding van het erf Weetink gaat terug naar 1616, als “Erve Wetkinck”. Op kadastrale kaarten uit de vroege negentiende eeuw blijkt dat de hoofdboerderij oorspronkelijk meer naar het zuiden was gelegen, nagenoeg op de plek van het huidige woonhuis aan het begin van de huidige oprijlaan. Uit archieven van de verplichte broodlevering voor de Muldersfluite wordt het erf genoemd in 1810, 1820 en 1846. De boerderij is in 1859 geheel afgebrand. Vergelijking van de topografische kaart van nu met de kadastrale kaart van 1822 geeft aan dat de boerderij ca 100 meter in noordelijke richting is verplaatst. Het woonhuis (1A) aan de oprijlaan vanaf de Akkermanstraat staat nagenoeg op de plek van de oude boerderij. Het achterhuis is vermoedelijk van 1836 (een gevelsteentje is zoekgeraakt bij een eerdere verbouwing). Het hoofdhuis was gereed ca 1860. Vervolgens is de verbindingsweg met de Keijenborgseweg aangelegd (akte 1861). Hierbij is de Akkermanstraat strakker gelegd. De zak naar het zuiden is er uitgehaald. In 1793 werd het Weetink en omliggend land aangekocht door drie echtparen, waaronder Hendrika Kleve en Derk Beulink. Sindsdien is het altijd van generatie op generatie doorgegeven in de familie Kleve. De huidige eigenaren vormen daarmee de achtste generatie van de familie Kleve die op het Weetink wonen en werken. Erve Weetink heeft lange tijd gefunctioneerd als multifunctioneel agrarisch bedrijf. Het houden van graan, het melken van koeien, verwerken van zuivelproducten, het fokken en mesten van varkens en het houden van kippen waren allemaal onderdeel van de bedrijfsstructuur. De weide bij het huis en de achterweide werden gebruikt voor het laten grazen van melkvee. De grootte van deze kavels tezamen besloeg ongeveer 4.5 hectare. Deze waren in vier blokken afgevracht. De pinken en kalveren liepen in de Pas of in het Broek, de lager gelegen delen. Voor wat betreft de waterhuishouding waren dit vruchtbare weilanden. In de winter werden de koeien gestald in de potstal. Er was daar plaats voor 14 koeien. Men had daarbij veel strooisel, ook wel schollen genoemd, nodig voor het voederen van het vee. Hiervoor gebruikte men heide, ook wel struikheide. Van oudsher had de familie Kleve veel bossen en vele heidegronden, mede voor het produceren van schollen. Omdat het buitengebied van Zelhem van oudsher vooral bestond uit onverharde zandwegen, was het een behoorlijke exercitie om de schollen bij de boerderij te krijgen met paard en wagen. De hoofdboerderij is gebouwd in 1836. Een gevelsteen met deze markering is verloren gegaan bij een recente verbouwing. Bovenin de deel was een grote dorsvloer voorzien, nodig voor het dorsen van graan. De boerderij was zodanig ingericht, dat men praktisch alle werkzaamheden op het bedrijf zelf kon verrichten, wat betreft het melken van koeien, bewaren van graan. In 1913 werd de potstal voor de koeien verbouwd tot grupstal. De spaarzame kippen die tot dan toe werden gehuisvest in de stal werden verplaatst naar een houten kippenhok in de tuin. In 1934 werd de grupstal verlengd tot de achtermuur. Het voorhuis werd gebouwd op een kelder met gedrukt tongewelf, om daar aardappelen en gewekt voedsel in op te slaan. Het hoofdhuis kreeg een vrij classicistisch karakter, met een symmetrische gestucte gevel, voorzien van hoeklisenen met geblokte bepleistering. De hoofdingang van de boerderij bevond zich op de huidige plek in de noordgevel of rechter kopgevel van het voorhuis. Op die plek bevond zich ook de keuken, getuige de aanwezigheid van een historisch rookkanaal. De deel werd opgetrokken in bruinrood metselwerk in kruisverband en voorzien van een doorgestreken kalkgebonden voeg. De deel bestond feitelijk uit twee delen. Een hoger, noordelijk gelegen deel die met een zakgoot verbonden was aan een lagere zuidelijk gelegen gedeelte. In dit lagere gedeelte werden oorspronkelijk varkens gehouden, getuigde de aanwezigheid van inmiddels dichtgezette staldeuropeningen die de varkens de mogelijkheid zouden moeten geven om naar buiten te lopen. Het hogere gedeelte van de deel, voorzien van een dubbele vliering, werd gebruikt voor de akkerbouw. De achtergevel werd gedomineerd door twee getoogde openingen. Een grotere, die toegang gaf tot het hogere noordelijk gelegen deel en een kleinere, die uitkwam op de voormalige varkensstal. In 1892 werd de schuur ten noorden van de hoofdboerderij gebouwd. Die werd ingezet voor het houden van varkens. Hoewel de schuur iets nieuwer is dan de boerderij, werden dezelfde architectonische kenmerken toegepast. Doordat de buitenloop voor de varkens aan de zuidzijde van de boerderij overbodig was geworden, werd er in dezelfde periode een kleinere schuur tegen de zuidgevel van de boerderij aangebouwd. De buitenloop voor de varkens werd gemaakt ter plaatse van de nieuwe schuur aan de noordzijde van het erf. Door modernisering en de opkomst van de hekkelmolen, die aangedreven werd door de omloop, had men de grote dorsvloer niet meer nodig en werden hier ook varkenshokken van gemaakt. Dit vond plaats in 1913. In de twintigste eeuw hebben er diverse verbouwingen plaatsgevonden, met name aan de voorgevel en aan de binnenkant van de boerderij. Deze moderniseringen hebben de symmetrie van de boerderij niet altijd goed gedaan en zullen waar mogelijk door de huidige eigenaren weer in oude luister worden hersteld. Deze verbouwingen zullen de komende jaren gaan plaatsvinden. Tegelijkertijd zal de boerderij worden omgevormd tot agroforestry bedrijf met notenteelt, landwinkeltje en erfgoedlogies. Langs de boerderij zal een klompenpad komen te lopen, dat momenteel in ontwikkeling is. Op deze manier hoopt het Weetink klaar te zijn voor een duurzame toekomst.

Address
Akkermanstraat 1, Zelhem

52.0217681, 6.2905067

Enter an address like "Chicago, IL".